Wat weet jij daar nou van?
Verbaasd kijkt de man tegenover me met zijn verwilderde haar aan. ‘Wat weet jij daar nou van?’
De luchtafzuiging op de SEH waar we zitten, zorgt dat de penetrante diesellucht enigszins te verdragen is. Twee uur voordat ik als psychiater in consult werd geroepen bij deze vrachtwagenchauffeur, stond hij nog in dubio over zijn op handen zijnde dood. Zijn oplegger had hij op een verlaten parkeerplaats gezet. Hij was onzeker over de hoeveelheid medicatie die hij had genomen om een eind aan zijn leven te maken en had zich deels met diesel oversprenkeld. Voor hij zijn aansteker kon vinden die nog in de cabine lag, had een toevallige voorbijganger onraad geroken en was op de man afgelopen. Al snel werd duidelijk dat het hier niet ging om een gevalletje autopech en werd een ambulance besteld omdat de chauffeur inmiddels wat onwel was geworden en had gebraakt.
De hectiek en chaos op de SEH van ons ziekenhuis voelt voor mij vertrouwd vanuit mijn jaren dat ik zelf als SEH-arts werkte en tegelijkertijd ben ik blij er niet de hele dag te hoeven zijn. Ondanks de diversiteit en relativerende humor die er vaak heerst, zou ik het daglicht en mijn lunchpauzes missen denk ik.
De chauffeur heeft inmiddels een lege maag en zal nog een dag geobserveerd worden om de naweeën van zijn auto-intoxicatie niet uit de hand te laten lopen. Ik ben gevraagd om een risicotaxatie van zijn suïcidaliteit te maken. Het gesprek komt nog niet lekker op gang. De patiënt heeft niets op met psychiaters en houdt de kaken subiet op elkaar. Hmm, denk ik, diesellucht, Scania 700 series embleem op de jas… ‘rijd jij in zo’n 770 monster?’, probeer ik als ijsbreker. ‘Wat weet jij daar nou van?’, gromt de dieselvreter. Als ik hem vertel over het plezier waarmee ik mijn groot rijbewijs en mijn code 95 chauffeurspapieren gehaald heb, verandert het geblaf in een gemoedelijk gesprek. Binnen een kwartier weet ik genoeg om de patiënt veilig te laten opnemen en na een dag met nazorgafspraken naar huis te laten gaan.
Als ik hem nog even kort zie voor zijn ontslag, biedt hij me nog aan een keer in zijn bijna 800pk sterke Scania vlaggenschip mee te rijden als hij weer thuis is, maar dat sla ik met enige spijt in mijn hart vriendelijk af.
Als aios psychiatrie leerde ik om niets aan self disclosure te doen. Dat hoorde niet. Het zou de patiënt afleiden van wat belangrijk was en misschien kwetsbaarheid tonen van de medisch specialist. Gek genoeg leverde zelf-onthulling me de afgelopen twaalf jaar juist de meest geanimeerde en zinvolle gesprekken op, wat er bij mij voor zorgt dat ik zelf ook nog zin en plezier in de zorg blijf houden. Mijn patiënten waarderen vaak juist een inkijkje in het leven van hun arts waardoor ze een meer persoonlijke klik voelen.
Zolang het bijdraagt aan het arts-patiëntencontact en de inhoud niet belastend is, moedig ik iedereen met een spreekhuurtijd van meer dan 2 minuten per patiënt aan om af en toe wat meer van jezelf te laten zien. Dat levert je niet alleen fijnere contacten op met je patiënten (en collega’s), maar ze zullen ook effectiever en plezieriger zijn.”
Als ik later mijn naslag het toetsenbord in klop, weet ik weer waarom het handig is om ook na covid geen handen meer te schudden: mijn handen stinken ook na 3 keer wassen naar diesel…
7 november, 2023